VERWONDERING
de ratio van ons bestaan
van ruimte, tijd en eeuwigheid
ik dacht en dacht en vatte het niet
en wennen kon ik er niet aan
het duizelde
omdat elk antwoord
steeds tot nieuwe vragen leidt
mijn menselijk brein te boven
niets over dan geloven…?
het ging me dagen
in de natuur
zoveel schoonheid
eindeloos puur
ik proefde en voelde
en zag meer en meer
de prachtige kleuren
een vogel, de wind
klanken en geuren
ik wist me omringd
juist het stil zijn
en ervaren
zonder wil om te verklaren
bracht me weer bij zinnen
het roerde me van binnen
en waar ik keer op keer
in het doorgronden vast kon lopen
ging met ruimte voor verwondering
de wereld voor me open